Het is zaterdag, maar Van, de burgemeester van Ranchpar, wil me graag ontvangen. In zijn dorp hebben 70 gezinnen uit Nagorno-Karabach onderdak gevonden. En Mission Possible is in samenwerking met de lokale overheid een hulpprogramma gestart. Er is brandhout uitgedeeld, voedselpakketten en hygiëne materiaal. Daarnaast kreeg elk gezin de mogelijkheid om voor de kinderen winterkleding en schoeisel te kopen. Het project loopt nog twee maanden door en dan stopt het.
Van is erg erkentelijk voor de geboden hulp. Hij heeft een mooie oorkonde laten maken die hij mij overhandigd. Hij begrijpt dat het project binnenkort stopt. “Een aantal van de mensen heeft werk gevonden. De meeste als taxi chauffeur, sommige werken in een winkel of in de bouw. Het gaat dan niet om vast werk, dat maakt de levensomstandigheden van de vluchtelingen niet stabiel. Een paar mensen geven les op school. Het brandhout is goed van pas gekomen. Winters kunnen hier koud zijn. De huizen in Ranchpar zijn niet op het gas aangesloten. De hoofdleiding ligt er inmiddels maar bewoners moeten zelf de aansluiting betalen. Dat kost rond de 250.000 Dram (580 Euro). En dan heb je het nog niet over de ketel en de radiatoren. De meeste vluchtelingen zullen, als ze al het geld hebben, dat niet doen want zij zijn niet eigenaar van de woning”.
Op pad met Lousine
Lousine is coördinator van het noodhulpproject en kent elk gezin persoonlijk. Zij regelt de distributie en houdt de administratie bij. Een van de gezinnen die ik met haar bezoek is het gezin van Ivan. Ivan is 39 jaar. In Nagorno-Karabach was hij leraar IT en gaf hij les op een school in een dorp. Toen in 2020 de oorlog uitbrak is hij in het leger gegaan. “De helft van ons dorp werd bezet door het leger van Azerbeidzjan. De andere helft konden we verdedigen. Ik ben mijn huis daar kwijt geraakt. We zijn toen verhuisd naar de hoofdstad Stepanakert. Daar hebben we een jaar onder de blokkade1 geleefd. Er was gebrek aan alles. We stonden uren in de rij voor een brood. Ik was de hele dag bezig om her en der voedsel voor mijn gezin te regelen. Toen eind december de blokkade werd opgeheven zijn we met z’n allen gevlucht.”
“Er was nauwelijks benzine en bij een benzinedepot werd per auto een paar liter uitgedeeld. Je hebt het waarschijnlijk wel gehoord dat daar een explosie heeft plaatsgevonden. Ik was daarbij. Tientallen doden en honderden gewonden. Ik heb geholpen om gewonden naar het ziekenhuis te brengen.”
“De vlucht naar Armenië was een drama. We zaten met z’n zevenen, mijn vrouw, mijn moeder, vier kinderen en ikzelf, in de auto. We hebben er meer dan 26 uur over gedaan. Dan reed je weer een paar meter en dan stond je weer stil. Elke auto werd gecontroleerd. We zijn hier in Ranchpar terechtgekomen omdat hier familie woont.”
Ivan heeft nog geen werk kunnen vinden. Hij probeert de kost te verdienen als taxi-chauffeur. Zijn vier kinderen gaan inmiddels naar school in Ranchpar. “Het is voor hen niet gemakkelijk” zegt Ivan. “Het is al hun derde school in 5 jaar tijd.”
Hij weet nog niet wat hij moet gaan doen. “We willen graag terug naar Artsakh2. Maar dan alleen op onze voorwaarden. Samenleven met Azeri’s in Artsakh is voor ons geen optie. Dat heeft de geschiedenis wel bewezen. Mijn moeder heeft haar man, mijn vader, verloren in de oorlog van ‘94 toen ze nog maar drie jaar getrouwd waren. Ik heb hem nauwelijks gekend. Zij was toen toen zwanger van mijn zus. Ik wil dat mijn kinderen in vrede opgroeien. Zij hebben al genoeg ellende meegemaakt.”