Het huis ziet er van de buitenkant niet bewoonbaar uit, maar toch geeft het onderdak aan het gezin van Edik Khazayan. Tien minuten geleden heeft hij mij beneden aan de heuvel opgehaald met z’n Lada. De chauffeur die mij heeft gebracht wil zijn auto er niet aan wagen. En ik kan mij daar wel een voorstelling bij maken. In de winter als er sneeuw ligt moet deze weg onbegaanbaar zijn. “Klopt” zegt Edik. “Bij een fikse regenbui kunnen we het al vergeten”.
Twee van zijn kinderen bezoeken de buitenschoolse opvang in Ijevan, een plaatsje in het Noordoosten van Armenië. Mission Possible is al jaren betrokken bij dit project.
Bij zijn huis aangekomen wordt me thee aangeboden en uit ervaring weet ik dat het daar niet bij blijft. Ondanks hun armoede zetten Edik en Suzanna verschillende gerechtjes op tafel. Gastvrijheid staat in Armenië hoog in het vaandel.
Samen met zijn vrouw Suzanna en drie kinderen woont Edik hier nu tien jaar. Edik en Suzanna hebben elkaar 15 jaar geleden leren kennen. Op een bruiloft, een nicht van Edik trouwde met een broer van Suzanne, sloeg de vonk over.
Het huis, dat nooit is afgebouwd, is van een oom die in Oekraïne woont. Edik vertelt dat het huis, toen ze er introkken, alleen maar buitenmuren had. Hij heeft er zelf een binnenmuur in gezet zodat de woning nu twee kamers heeft. De keuken is een kookplaat, er is geen badkamer en het dak lekt. Geld voor renovatie ontbreekt. Edik is bouwvakker, maar heeft geen vast werk. Af en toe doet hij een klus. “Er is nauwelijks werk in Ijevan. En sinds de oorlog is dat er niet beter op geworden. Het is al meer dan een maand geleden dat ik een klus had.”
Veel Armeniërs werken als gastarbeider over de grens, Maar Edik wil zijn gezin niet alleen achterlaten, helemaal niet nu Suzanne in verwachting van hun vierde kind is.
Maandelijks krijgen ze van de overheid 32.000 Dram, nog geen 75 Euro. Bijna een kwart van dat bedrag zijn ze al kwijt aan elektriciteit en water. Stoken doen ze daarom met hout.
Maar dit is niet een gezin dat bij de pakken neer is gaan zitten. In de tuin verbouwen ze aardappelen en groenten. Bessen plukken ze in het bos. Er lopen kippen rond, een paar konijnen en een varken. Zo proberen ze de eindjes aan elkaar te knopen.
Dat de kinderen naar de buitenschoolse opvang gaan is een welkome ondersteuning. Daar krijgen ze elke dag een maaltijd. Via oma, die de kerk bezocht waar de buitenschoolse opvang plaatsvindt, kwamen ze er mee in contact. En sinds die tijd bezoeken Ruzanne van 13 jaar en Knach van 11 jaar oud al een paar jaar de buitenschoolse opvang. En dat doen ze met veel plezier hoor ik als ik ze daar later op de dag tegenkom.
Buitenschoolse opvang
Vier dagen per week is de buitenschoolse opvang open. Na schooltijd komen de kinderen naar de opvang en krijgen ze een maaltijd. Daarna is er huiswerkbegeleiding die wordt gedaan door onderwijzeressen van een nabijgelegen school. Er is les in Armeense, Russische en Engelse taal en Wiskunde. Een keer per week is er een creatieve les en Bijbelles. Door de buitenschoolse opvang worden ook excursies en feestdagen georganiseerd. Zomers gaan de kinderen op vakantiekamp.
“Het programma heeft een erg positief effect op de kinderen. Ze presteren beter op school en ook zien we verbetering in hun gedrag” verteld Armine. Armine is als sociaal werkster bij het project betrokken. Dat horen we van de school en ook van de ouders. Ons programma geeft de kinderen een beter perspectief op de toekomst.”
Die toekomst mag, met weinig zicht op werk en weinig mogelijkheden om door te leren vanwege de financiële situatie thuis, somber lijken.
Maar het is zoals Edik antwoordde op mijn vraag hoe hij naar de toekomst kijkt: “God is met ons”.
En dat is de belangrijkste les die wij de kinderen op de buitenschoolse opvang meegeven.