“We hebben een groot tekort aan brandhout” vertelt Lousine me. “En we hebben bedden met beddengoed nodig”. Samen met Lousine, de burgemeester en Albert van Mission Possible Armenië zit ik aan een tafel in het gemeentehuis van Ranchpar. Ranchpar is een klein dorpje aan heel dicht bij de grens met Turkije. Vanuit hier heb je goed zicht op de berg Ararat. Lousine coördineert, net als drie jaar geleden tijdens de oorlog van 2020, de ondersteuning aan de vluchtelingen uit Nagorno-Karabach. Bijna 400 vluchtelingen hebben hier onderdak gevonden. Voor een dorp met 1.200 inwoners is dat heel erg veel.
Lousine heeft een lijst opgesteld met het aantal personen en de samenstelling van de gezinnen van de vluchtelingen. “119 gezinnen. 398 personen, waarvan 101 kinderen. Zij hebben onderdak gevonden op 71 adressen. Er wonen meerdere gezinnen per adres samen.”
Nadat we een goed beeld hebben gekregen van de hulp die er nodig is, gaan we op huisbezoek. Samen met Lousine lopen we het dorp in. We worden warm welkom geheten bij de familie van Narine. Zij wil haar verhaal met ons delen.
‘Dorp van sterren’
Narine is met het gezin van haar zoon en haar oude schoonmoeder vanuit Nagorno-Karabach naar Ranchpar gevlucht. Zij hebben onderdak gevonden in een leegstaand huis van een ver familielid.
“Ik was op mijn werk toen mijn zoon me belde dat we direct weg moesten gaan. Er was geen tijd meer om naar huis te gaan. Ik heb mijn eigen tas niet eens kunnen inpakken. Dat heeft Marian, mijn schoondochter, voor mij gedaan. Er was grote paniek onder de mensen. Er waren geruchten dat er maximaal 40.000 mensen de grens over mochten en dat de rest moest achterblijven. Gelukkig hadden we benzine. In onze vrachtwagen hebben we nog dertig mensen kunnen meenemen.”
Behalve één tas met kleding kon ze niets meenemen. Toch heeft ze nog wat steentjes in haar zak gedaan. Steentjes in de vorm van een ster. “Ons dorp heet Astghashen wat ‘dorp van sterren’ betekent. Ons dorp staat bekend om deze fossielen. Ze komen in ons dorp veel voor. Ik wilde een aandenken aan de plek die veertig mijn thuis was en heb de steentjes in mijn zak gestoken.”
Ze haalt de steentjes tevoorschijn en laat mij ze zien.
Narine vertelt me dat ze dankbaar is voor de dorpsgemeenschap die haar familie goed heeft opgevangen. Ze kregen wat tweedehands meubels en een koelkast. Maar ze maakt zich zorgen over de komende winter. “Op dit moment hebben we nauwelijks inkomen. We hebben een klein geld bedrag van de overheid gekregen, maar dat geld hebben we uitgegeven aan medicijnen voor mijn kleindochter. Zij heeft vorige maand een hartoperatie ondergaan.” Zij is erg blij als ze hoort dat Mission Possible Armenië binnenkort brandhout komt brengen.
Een huis vol
Nadat we afscheid nemen van Narine, lopen we verder. In het volgende huis dat we bezoeken is het druk. Er wonen momenteel negentien mensen. “De eerste dagen hebben hier zelfs 42 mensen overnacht. De mannen sliepen de eerste nachten in hun auto’s omdat er geen ruimte in het huis meer was. We eten in drie shifts; de mannen, de vrouwen en de kinderen.” vertelt Artak. In het huis woont Artak met zijn vrouw. Zelf is hij met zijn vrouw en zoon ruim veertig jaar geleden gevlucht uit Bakoe. “Wij weten wat het is om te vluchten, het was voor ons vanzelfsprekend om ons huis open te stellen voor vluchtelingen”.
Het is een bonte verzameling van mensen die ik hier ontmoet. Verschillende generaties en gezichten, hun gezichten zijn getekend door het leven. De oudere mannen hier zijn de oorlogsveteranen van de jaren ‘90. De jongere mannen hebben meegevochten in de apriloorlog van 2016 en in de oorlog van 2020. De vrouwen en kinderen zijn voor de tweede keer in drie jaar tijd gevlucht en hebben weer alles achter moeten laten.
Toekomst
Als ik hen vraag hoe ze naar de toekomst kijken, wijzen ze naar de spelende kinderen. “Onze kinderen hebben in hun leven al veel te veel moeten meemaken. Voor sommige kinderen is dit de tweede keer dat ze vluchten. De blokkade van de Lacin-corridor was een traumatische ervaring voor hen. We stonden ’s nachts om 12 uur in de rij voor 200 gram brood. Er was niet genoeg te eten, er waren geen medicijnen en er was veel stress. En ook de vlucht was verschrikkelijk. De paniek was overal en we stonden in de rij met nauwelijks iets te eten of te drinken. Het welzijn van de kinderen is nu allereerst belangrijk. Zij zijn onze prioriteit. Zij zijn onze toekomst en we bidden voor een leven voor hen zonder oorlog.”
Hulpprogramma
Als we ook dit huis verlaten en teruggaan naar onze auto, ben ik in gedachten verzonken. Wat moeten deze mensen veel meemaken en wat hebben ze al veel klappen te verwerken gekregen. Samen met Albert van Mission Possible Armenië werk ik op de terugweg ons hulpprogramma verder uit. Het brandhout is inmiddels besteld en zal deze maand worden geleverd en uitgedeeld. Voor de gezinnen die niet genoeg bedden en beddengoed hebben, schaffen we dit aan. Voor elk kind stellen we een kleding bon beschikbaar, zodat de ouders voor elk kind zelf warme winterkleding kunnen aanschaffen. En de komende twee maanden krijgen de vluchtelingen regelmatig voedsel- en hygiënepakketten uitgedeeld. Zo komen de vluchtelingen in dit dorp eerst de komende winter door. En daarna? Daarna gaan we verder kijken naar wat er nodig is.
Wil je weten wat alles kost en meehelpen? Dat kan:
Doos met hygiënemateriaal € 30,-
Bed met matras € 100,-
Kledingkaart voor één kind € 120,-
Set beddengoed € 50,-
Brandhout per kuub € 100,-
Brandhout per gezin € 300,-