Toekomst voor de jeugd in Armenië

door Bert Dokter |

Haar ogen stralen als ze mij haar kappersspullen laat zien. “Mijn droom is uitgekomen” zegt Lianne. Negentien jaar is ze en ze woont in het dorpje Mets Masrik in Armenië, aan de grens met Azerbaidzjan. Afgelopen zomer heeft ze haar kappersopleiding afgerond. Maar veel kans om daar een inkomen mee te verdienen had ze niet.

Lianne met haar kappersspullen

Lianne

Bij gebrek aan spullen bleef haar klantenkring beperkt tot familie en buren. Totdat haar werd vertelt over de mogelijkheid om mee te doen met een speciaal programma. Een programma dat je leert om een bedrijfsplan te schrijven en daarmee een subsidie te verdienen. Een kans die ze met beide handen heeft aangegrepen. Kortgeleden heeft ze met haar subsidie haar kappersuitrusting kunnen kopen. Een investering die Lianne zelf nooit had kunnen doen. “Zonder deze hulp had ik waarschijnlijk ergens in een winkel gewerkt. Maar nu doe ik wat ik leuk vind. Mijn eerste klanten heb ik al. In ons dorp is geen kapsalon en voor een knipbeurt moet je naar Vardenis. Dat kost extra geld. Bovendien is er geen goed openbaar vervoer. De klanten komen naar mij toe, maar ik knip ook aan huis. Ik droom nu van een eigen kapsalon en nagelstudio.”

De subsidie voor Lianne wordt beschikbaar gesteld door AMAA, onze partnerorganisatie in Armenië. De subsidie is onderdeel van een groter programma. We richten ons met name op jeugd, die wonen in kleine dorpen aan de grens met Azerbeidzjan. In deze dorpen, zoals het dorpje Mets Masrik waar ik nu ben, zijn nauwelijks voorzieningen en activiteiten voor de jeugd. Hier gaan we verandering in brengen.

Arsen met zijn honingslinger

Arsen

Verderop in het dorp woont Arsen met zijn gezin en zijn ouders. In 1992, toen hij 10 jaar was, is zijn familie vanwege de oorlog vanuit Azerbeidzjan naar Mets Masrik gevlucht. Zijn opa en zijn vader zijn imkers, net als Arsen. Totdat de oorlog van 2020 uitbrak. “Veel van mijn bijen zijn doodgegaan. Mijn gezin moest vluchten voor de oorlog en ik zat aan het front. Er was niemand om de bijen te verzorgen”. Nadat hij terugkwam uit de oorlog, hoorde hij over ons project. Een unieke kans om niet alleen de bijenkasten terug op niveau te brengen, maar van het imkeren zelfs een klein bedrijfje te maken. Arsen kreeg hulp bij het schrijven van een goed bedrijfsplan en kreeg training om de honing beter te verkopen. Met de subsidie heeft Arsen extra bijenkasten kunnen kopen en een goede centrifuge om de honing uit de raten te halen. Terwijl Arsen mij zijn verhaal verteld, krijg ik de honing uiteraard te proeven. Dat smaakt goed! Arsen is erg blij met de ondersteuning. “Hartelijk dank! Dit betekent ontzettend veel voor ons. Deze investering gaat ons meer inkomen opleveren.” Dat inkomen gaat ten goede komen aan de hele familie en geeft perspectief voor de volgende generaties. Ik mag niet weg zonder een pot honing.

 

Bert is in gesprek met Arsen

Nieuwe generatie

’s Middags heb ik een ontmoeting met een aantal jongeren van 16 tot 18 jaar. In het gemeentehuis is een ruimte ingericht waar ze regelmatig bij elkaar komen. Enthousiast vertellen ze mij wat ze sinds de start van het programma allemaal al hebben gedaan. “Met z’n allen hebben we gekeken naar wat de problemen zijn in ons dorp en wat we daar zelf aan kunnen doen. We leren wat onze talenten zijn en hoe we die kunnen in zetten. We hebben geleerd presentaties te maken over onze plannen. Er is een uitwisseling geweest met een andere organisatie over recycling van papier en plastic. Dat slingert hier overal rond en daar willen we wat aan doen. En op de Dag van het Kind hebben wij een poppentheater georganiseerd op de kleuterschool. Maar de grootste winst van het project is dat we elkaar beter kennen en elkaar kunnen ondersteunen. Voor dit programma gingen wij niet zoveel met elkaar om. En kenden wij elkaar alleen maar van school. Nu wij een grote familie.”

Bert spreekt met de jeugd in Mets Masrik

Ik ben onder de indruk van het enthousiasme en de inzet van dit project en van deze jongeren. De mogelijkheden en vooruitzichten in hun dorp zijn erg beperkt. In hun jonge leven hebben ze al drie keer moeten vluchten voor oorlogshandelingen. Maar ze zitten niet bij de pakken neer. Ze hebben hun dromen. Ik hoop en bidt dat met dit programma zij die dromen waar kunnen maken.

 

Vraag gratis magazine aan!